
Wet aanleg locaalspoor- en tramwegen
Artikel 7
1
Een ieder is verplicht te gedoogen, dat spoorwegen op wegen met inachtneming van een vergunning als bedoeld in artikel 2, worden aangelegd en in stand gehouden.
2
De schade, welke daaruit voor de beheerders der wegen of voor andere daarop recht hebbenden mocht voortvloeien, wordt hun door den concessionaris vergoed.
3
De vordering daartoe moet worden ingesteld voor den rechter van het kanton, of, ter keuze van den eischer, van een der kantons, waarin de weg is gelegen.
4
Van de uitspraak van den kantonrechter is hooger beroep toegelaten.
5
De bepalingen, voor burgerlijke twistgedingen geldende, zijn op de twistgedingen, bij dit artikel bedoeld, van toepassing, voor zooveel daarvan bij het derde en vierde lid niet is afgeweken.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.